Vergeet de WAP(pies) niet

Wie aan de slag gaat met ketensamenwerking wil natuurlijk weten of het daadwerkelijk gaat zoals partijen voor ogen hadden en of er toekomstmuziek in zit. Worden de gezamenlijke doelen wel bereikt, zoals het verduurzamen van 400 woningen in één jaar of een reductie van 3% op de bouwkosten?  Vaak zijn daar KPI’s voor vastgesteld en vervolgens contracten mee dichtgetimmerd, maar om daadwerkelijk te kunnen beoordelen of ketensamenwerking effectief is en blijft zal er naar meer moeten worden gekeken. 

Klassiek is om ketensamenwerking te beoordelen aan de hand van de behaalde projectresultaten in termen van Geld, Risico(beheersing), Organisatie, Tijd, Informatie en Kwaliteit (GROTIK). Waarvan geld, tijd en kwaliteit zich in kwantitatieve zin laten beoordelen. Risico(beheersing), organisatie en informatie vooral kwalitatief. Natuurlijk is het belangrijk dat de (positieve) effecten en ontwikkelpunten van ketensamenwerking hiermee zichtbaar kunnen worden gemaakt. Maar het lange termijn succes laat zich vooral meten door inzichtelijk te maken in welke mate alle betrokken ketenpartners óók hun eigen belangen kunnen nastreven binnen de ketensamenwerking. Is er voor alle partners nog een Win? Het gezamenlijk doel kan misschien wel bereikt worden, maar wanneer daarmee niet ook aan de belangen van partners wordt toegekomen zal de samenwerking op termijn gedoemd zijn te mislukken. Een bouwpartner die geen winst kan maken gaat er een keer mee stoppen, een woningcorporatie die niet betrouwbaar kan begroten gaat op zoek naar andere zekerheden dan werken met ketenpartners. Op de tweede plaats wordt het lange termijn succes van ketensamenwerking bepaald door het Attent zijn op de ontwikkelingen in de context. Dat kan zowel binnen als buiten de betrokken organisaties zijn. Ketensamenwerking vraagt tijd, het is een weg van samen vallen en opstaan, van leren en ontwikkelen. Elkaar leren kennen, samen processen inrichten, rollen inrichten en afstemmen. Dat hoeft niet in een laboratoriumsetting waarin de omstandigheden 100% gelijk kunnen blijven, maar het is wel noodzakelijk dat de (impact) van de omgeving op de ketensamenwerking in beeld is en op z’n merites beoordeeld wordt. En als het over het beoordelen van de kwaliteit van de ketensamenwerking gaat, dat meegenomen wordt wat er in de omgeving is gebeurd, hoe daarmee is omgegaan en wat de impact op de leercurve is geweest. Een reorganisatie bij een van de partners is nu niet direct een warm bad voor een succesvolle ketensamenwerking. Tenslotte staat of valt een duurzame ketensamenwerking met Prioriteitstelling. Omdat het een proces is wat tijd kost, waar door alle partners in geïnvesteerd moet worden (waardoor mogelijk dus pas later het positieve effect zichtbaar wordt) vraagt het prioriteit in de betrokken organisaties. Bestuur, directie moet er achter blijven staan. Van het er even bijdoen of het niet eens meer op de agenda hebben staan is nog geen enkele ketensamenwerking beter geworden.

Concluderend kunnen we zeggen dat niet alleen de klassieke indicatoren als geld, tijd en kwaliteit (GROTIK) een oordeel geven over het succes van ketensamenwerking. Om te kunnen beoordelen of een ketensamenwerking echt toekomst heeft moet ook naar de WAP(pies) worden gekeken. Vast komen te staan dat alle partners ook hun eigen belangen kunnen nastreven (W). Maar ook dat partners attent zijn op de omgeving en als ketenpartners in staat zijn daarop adequaat te reageren (A). Tenslotte valt of staat een duurzame ketensamenwerking met de prioriteit (P) die eraan gegeven wordt. Is die er niet, dan is het meestal hard werken met weinig resultaat.

 

Meer weten? Ingrid.deJong@rijnconsult.nl

Auteur

Afbeelding
Ingrid de Jong
Ingrid de Jong