Op de lange duur

Natuurlijk, reizen en informatiestromen gaan sneller en sneller, maar los van het feit dat tijd niet nieuw kan zijn of dat juist altijd is, kan ik als historicus van oorsprong niet echt iets nieuws aan deze tijd ontdekken. Goed, er zijn nog nooit zoveel mensen op de wereld gevoed als nu en er is betrekkelijk weinig oorlog. En noem eens een tijd na 1880 zonder dreiging van terreur in Europa. Mijn ouders, in de jaren twintig geboren, kenden een crisis waar die van de afgelopen jaren in de verste verte niet op leek en daarna een wereldoorlog die alle andere oorlogen in de schaduw stelt. Mijn vader kon vervolgens aan het andere eind van de wereld een koloniaal conflict uitvechten. Toen ik in de jaren vijftig geboren werd, stond de wereld nog steeds overal in brand vanwege die dekolonisatie. Toen mijn kinderen eind jaren tachtig ter wereld kwamen, werden honderden miljoenen bevrijd uit het juk van decennia dictatuur, linkse in Europa, rechtse in Zuid-Amerika.

Als mensen hun eigen tijd tot nieuw verklaren, is dat achteraf vaak een intermezzo. Tussen deze periodes met impact tot op de dag van vandaag, hadden we de generatie van de babyboomers. Die dachten Yesterday zingend de poort te hebben geopend naar weer eens een nieuwe tijd. Juist die generatie is geboren in een paradijs. Een paradijs zonder honger, zonder oorlog en met werk.

Dit alles roept de vraag op: hoe kun je dan kijken naar ontwikkelingen in de tijd? De Franse historicus Fernand Braudel en zijn school van Annales onderscheidden 3 tijdlagen in de geschiedenis. In het kort; de ‘geografische tijd, de geschiedenis van de lange duur’ met langzame, maar onvermijdelijke, decennia nemende veranderingen, bijvoorbeeld vanwege de altijd weer terugkomende klimaatwisselingen of veranderingen in het territorium. Die bepalen de tweede tijdlaag, die van de sociale en culturele veranderingen van instituties als staat, religie en economische organisaties die zich aanpassen aan de ‘geschiedenis van de lange duur’.

De derde is die van gebeurtenissen, evenementen, de individuele geschiedenis van beslissers. Braudel gebruikte de Middellandse Zee als praktijkcasus, maar leg bijvoorbeeld onze waterschappen eens op dit model. Of op de geschiedenis van zorginstellingen, of op de vaak van oorsprong familiebedrijven in de agrifood.

Zo kijken naar ontwikkelingen levert een ander perspectief op. De huidige immigratiestromen van de tweede tijdlaag, voortgekomen uit de eerste tijdlaag van de ‘geschiedenis van de lange duur’, zijn geen incident, maar hebben wortels. Onze bestuurlijke antwoorden daarop zijn tijdsbepaald, want onderdeel van de ‘evenementen’ geschiedenis. Het is wellicht aardig om de drietrapsmotor van de tijd te projecteren op uw eigen organisatie.

ALS MENSEN HUN EIGEN TIJD TOT NIEUW VERKLAREN, IS DAT ACHTERAF VAAK EEN INTERMEZZO

Specialisten

Afbeelding
 Erwin van de Pol
Erwin van de Pol