De ingenieur heeft leren luisteren, wie volgt?

De NRC gaf met het artikel De ingenieur heeft leren luisteren (17 augustus) een inkijkje in het werk van de Omgevingsmanager bij Rijkswaterstaat. Ver voordat er gebouwd wordt, haalt de omgevingsmanager wensen op bij betrokken partijen: overheden, burgers, bedrijven en allerlei instanties. De ‘omgeving’ heeft uiteenlopende belangen, eisen en wensen. En dat heeft impact op het uiteindelijke besluit om te bouwen. Ga er maar aan staan! De aanleg van de verdiepte A4 heeft niets voor niets decennia op zich laten wachten.

Dankzij omgevingsmanagement slaagt Rijkswaterstaat er steeds beter in om projecten op een zodanige manier te realiseren dat er iets van waardering ontstaat, zelfs bij de grootste tegenstanders. Natuurlijk, een felle tegenstander kan misschien niet blij worden van het feit dat de weg er uiteindelijk toch komt, maar kan wel vrede hebben met de condities waaronder die weg wordt aangelegd. Het geheim van Rijkswaterstaat? Goed luisteren en in gesprek blijven met verschillende partijen. Samen op zoek gaan naar manieren en goede ideeën om hinder te beperken en die ook samen in uitvoering brengen. In de ontwerpfase én ook tijdens het bouwen. Rijkswaterstaat heeft er de afgelopen tien jaar flink in geïnvesteerd.

In gemeenten kennen we al geruime tijd de wijkmanagers die onderzoeken wat er in de wijk speelt en samen met bewoners, organisaties en gemeentelijke afdelingen werken aan het leefbaar houden van de wijk. Op het niveau van het individu zijn er sinds kort wijkteams die onderzoeken hoe een zorg- of ondersteuningsbehoefte met behulp van de omgeving van de cliënt kan worden gerealiseerd. Dat lijkt nu aardig te lukken bij de ‘intakefase’ waarin het besluit valt of en hoe een gemeente ondersteuning biedt. De kunst is om dat ook daarna te blijven doen, omdat zowel de cliënt als diens vraag en omgeving veranderen.