Jaloers op de douche

Ik krijg mijn beste ideeën onder de douche. Heerlijk is dat. Het warme water, lekker soppen en dan ineens, zo maar uit het niets, een oplossing voor een vraag waar ik al een tijdje mee bezig ben. Ik vraag me ook vaak af hoe het komt dat deze ingevingen minder makkelijk opkomen tijdens het werk. Als je de ideeën juist hard nodig hebt.

In de jaren ’90 werkte ik nauw samen met Edward de Bono. De creator van het lateraal denken, het C.O.R.T. programma voor scholen en de fameuze Zes Denkhoeden. Ook schreef hij veel, heel veel boeken. Het was fascinerend om mee te maken dat een echte Beta man zo’n heldere visie op creativiteit in de wereld kon zetten. In de jaren ’60 schreef hij zijn meesterwerk “The Mechanism of Mind”. Daarin vind je allerlei inzichten, ideeën en wetenswaardigheden over de werking van het brein die nu met enorme populariteit worden verkondigd. De Bono wist toen al uit te vogelen hoe de hersenen tot creativiteit komen, zonder de hulp van (F)MRI en andere zaken.

In die tijd mocht ik trainingen ‘creatief denken’ en creatieve bijeenkomsten begeleiden. Het viel me toen al op dat de bedenkers van ideeën (vooral baanbrekend) vaak solisten zijn. Belbin noemde deze rol de ‘plant’. En wat me ook opviel is die ideeën vaak op twee manieren ontstaan. De eerste is het gevolg van scherpzinnig in het leven staan. Je bent dan vooral nieuwsgierig en geïnteresseerd in een diversiteit aan onderwerpen en activiteiten. En soms vallen dan ‘per ongeluk’ thema’s samen en dat leidt dan tot een idee. In het dagelijks leven noemen we dat serendipiteit of synchroniciteit. In dit geval hebben we het over ingevingen out-of the-blue (blue ocean innovatie). En of bij dit type ideeën en inzichten de ingevingen alleen door het brein worden geproduceerd of dat er ook ‘input’ uit andere dimensies of hogere sferen komt, laat ik in het midden. Zou mooi zijn om daar meer van te weten, maar op dit moment heb ik geen idee.

De tweede vorm van ideeën genereren die werkt, en die overeenkomt met mijn douche, gaat over het bezig zijn met een prangend vraagstuk. Een intrigerende ‘hoe-vraag’. In dit geval kan alles werken zolang het maar speels en experimenterend is. Oordelen, meningen en overtuigingen over wat hoort en wat wel of niet kan doen in dit stadium nog even niet mee. Als je bijvoorbeeld wilt dat men niet te lang een auto parkeert is het een idee om hen te verplichten het groot licht aan te laten. Zijn ze zo terug. Een stom en niet haalbaar idee zou je zeggen. In concreetheid wel, maar niet als je je afvraagt welk principe hier achter zit en op welke andere manieren je dat principe ook kan realiseren. En zie de geboorte van de parkeermeter die een steeds hoger tarief berekent naarmate de auto langer blijft staan. Praktijkvoorbeeld van lateraal denken.

Necessity is the Mother of All Invention. We creëren vanuit een echt voelbare leegte. Ik merkte in creatieve sessies dat het vooral nodig is een noodzaak te hebben en een hoge motivatie om het vraagstuk te willen oplossen. Zonder die noodzaak en motivatie blijk je afhankelijk te zijn van serendipiteit of creëer je alleen het voor de hand liggende (de vele geeltjes na een sessie). Ook merkte ik dat het helpt om diverse expertises en ervaringen uit te nodigen om mee te doen aan het creatieve proces. Op die manier simuleer je wat ook gebeurt als je scherpzinnig en nieuwsgierig bent en je je verdiept in diverse onderwerpen.

Over het creatief proces (organiseren van het creatief denken en het ordenen van de inhoud) leerde ik veel over wat wel en niet werkt. In 2009 kwam het boek over de U-theorie van Otto Scharmer op de markt. Een enorme pil, maar wat mij betreft een van de betere werken over creatief zijn. Wat ik vooral denk te herkennen is eerst ‘downloaden’ wat het prangende vraagstuk is, wat we al weten en welke ideeën er al zijn. En daar dan mee stoppen om vervolgens het brein en de gecombineerde breinen uit te dagen zich mee te laten nemen in ‘Imagination Land’. Zie dit maar als ronddwalen in dat wat onbewust aanwezig is in jou en in anderen gecombineerd met wat aan de horizon aan het verschijnen is. Dit klinkt heel vaag en oncontroleerbaar, maar dat is het ook. En het is in deze fase van creatief denken dat meditatie, creatieve technieken, wandelen, de dialoog en welke andere methoden en technieken dan ook kunnen helpen. Zolang het maar niet rationeel denken stimuleert want dat is vooral causaal, feitelijk, resultaatgericht en zo. Die denkwijze komt later in het U-proces aan bod en mag dan helemaal los.

Het cruciale moment in het creatieve proces ligt in het ‘presencing’ temidden van het laten gaan van wat er al is en het laten komen van wat mogelijk is. Het brein werkt dan nauw samen met het onbewuste (en daardoor met andere eventueel aanwezige bronnen) en dat is erg makkelijk verstoord door de onrust, eagerness en het maakbaarheidsparadigma dat deze tijd zo kenmerkt. Jaworski, collega en vriend van Scharmer, schreef ‘Presence’ en ‘Synchroniciteit’. Als iemand creativiteit en wat ik hier nu schrijf interessant vindt zijn dat twee interessante boeken.

Ik herinner me nu ook het boek ‘Thinking Slow, Thinking Fast’ van nobelprijs winnaar Kahneman. Dit korte essay gaat over ‘thinking slow’ en daar is volgens mij veel te weinig tijd en ruimte voor in het dagelijks leven. Een Vucad wereld die bruist van de energie en dynamiek, maar ook vol zit met ‘thinking fast’. Automatismen, patronen en gewoonten en niks vrij wil. En als ik Kahneman goed heb begrepen leidt snel denken vooral tot de constatering van Lao Tse: “Als je doet wat je al deed, krijg je wat je eerder kreeg”. Zeer handig als dat ook de bedoeling is, maar in het geheel niet als echte, nieuwe ideeën nodig zijn.

Het idee om dit essay zo te schrijven als nu kreeg ik vanochtend onder de douche. Ik schrijf dit op het moment dat we in de ban zijn van het corona-virus. Wat een ellende voor heel veel mensen. En wat hebben we een behoefte aan creatieve oplossingen. Vele ideeën worden al geboren en ook direct tot uitvoering gebracht. Ik ben zo af en toe diep geroerd en ik was het al, maar blijf het nu zeker. Alles wat nu ineens wel mogelijk is en het herontdekken van het belang van samen zijn geeft mij een intens gevoel van hoop. Hoop op een betere wereld, een wereld waarin de meeste mensen inderdaad deugen. Dank voor je prachtige boek daarover Rutger Bregman.

 

Specialisten

Afbeelding
Ernst Jan Reitsma
Ernst Jan Reitsma