Twee vliegen in een klap: case houtbouw

In onze trainingsprogramma’s voor managers en medewerkers, hanteren we het 70-20-10 principe. De achterliggende gedachte is dat je het meeste leert in de praktijk (70%), in mindere mate van anderen (20%) en via instructie in het klaslokaal (10%). Toen de kans zich voordeed om in particulier opdrachtgeverschap mijn eigen huis neer te zetten, heb ik de stap gezet. Dé kans om te leren van de praktijk en op die manier mijn kennis van de bouwwereld te vergroten. Ik geef toe, dat was niet de enige reden. Al voor corona deed het gebrek aan werkruimte zich in huize De Vreede voelen. Twee vliegen in één klap dus. Nu, halverwege die rit, maak ik de balans voor het eerst op: waar zijn er parallellen te trekken tussen mijn adviesopdrachten en mijn huizenbouwproject (en vice versa)? Ik zie drie thema’s: (keten)samenwerking, faalkosten in de bouw en de energietransitie.

(Keten)samenwerking 

Overdag adviseerde ik met mijn “Rijnconsult-pet” een projectontwikkelaar over de wijze waarop hij zijn proces rond selectie van aannemers kon optimaliseren. Diezelfde avond kon ik thuis aan de slag om drie offertes te beoordelen van aannemers die mijn huis wilden bouwen. Een onderscheidend beoordelingscriterium bij de ontwikkelaar in kwestie was de bereidheid en mogelijkheid van de aannemer om mee te denken in hun bedrijfsfilosofie. En juist dat criterium heeft bij de keuze van “mijn” aannemer de doorslag gegeven: de kwaliteit om mee te denken in de gedachte achter het ontwerp én het bouwproces strak in te richten. Mijn winst is de relatief soepele communicatie met mijn aannemer, omdat ik weinig tijd kwijt ben om duidelijk maken wat ik bedoel. In de uitvoering levert het voordelen op, omdat mijn aannemer meedenkt en hij bijvoorbeeld voorstelt om een isolatiesysteem toe te passen dat goed aansluit bij het gevelontwerp. Een gedeelde en eenduidige definitie van kwaliteit is het eerste principe dat we ook inzetten bij onze aanpak voor ketensamenwerking, bij onder andere woningcorporatie De Alliantie toegepast onder de noemer Sequent.

Faalkosten

Mijn huis is uiteraard uniek. Toch was een van mijn uitgangspunten bij de start van het proces dat het in de basis geen unieke woning zou moeten zijn. Oud-collega Marcel Noordhuis wees in 2015 in zijn dissertatie al op het belang van standaardisatie om faalkosten in de bouw te verminderen. Mijn keuze voor geprefabriceerd bouwen in massief hout is een manier om de faalkosten in mijn project te verminderen. Productie van een groot deel van de woning vindt onder gecontroleerde omstandigheden en geheel geautomatiseerd plaats. Een eerste voordeel is dat het casco een op een overeenkomt met het ontwerp, met een afwijking van maximaal enkele millimeters. Montage van kozijnen, balustrades etcetera is daardoor nagenoeg probleemloos. Bovendien vergt de opbouw van het casco slechts enkele dagen, verkorting van de bouwtijd levert direct financieel voordeel op. Ik heb echter ook meer zicht gekregen op de kwetsbaarheden van deze benadering. Het is nog belangrijker om vooraf het ontwerp goed te doordenken en strak volgens tekening uit te voeren. Zo stak het keukenraampje iets uit. Dit foutje in de tekening verhinderde de plaatsing van het bouwelement van 1000 kilo, zorgde voor vertraging en voor "knutselwerk" om dat raampje toch passend te krijgen. Achteraf bezien had ik ook dit kozijn standaard moeten laten, de afwijking werd meteen afgestraft…

Energietransitie en duurzaamheid 

Rijks- en gemeentelijk beleid zetten stevig in op duurzaam bouwen: gasloos, circulair, rekening houden met de natuur en met klimaatverandering. Dat betekent bijvoorbeeld dat ik moet investeren in een warmtepomp, kies voor een constructie van massief hout, verplicht ben een vleermuiskast aan de gevel te monteren en de HWA moet ontkoppelen. Dat levert allerhande voordelen op, van een lagere energierekening tot blije vleermuizen. Mijn beeld is dat op dit gebied flinke stappen worden gezet, maar niet op alle gebieden in gelijke mate. Het gaat rap bij de zonnepanelen. Kon ik eerst panelen met 320wp maximaal vermogen bestellen, nu is dat al zeker 360wp. De vernieuwing gaat wat mij betreft niet snel genoeg waar het de aanpassing betreft aan andere manieren van bouwen, zoals de door mij gekozen methodiek van massief houtbouw. Het aantal aannemers en Nederlandse leveranciers wat hier goed mee uit de voeten kan, vond ik nog beperkt, terwijl ik geen moeite had om aannemers te vinden die met het meer traditionele kalkzandsteen/betonvloer werken.

Ervaringen rijker

De ervaringen in de twee werelden, thuis en professioneel, versterken elkaar. Het helpt mij om vanuit wisselende perspectieven naar de zaak te kijken: een keukenraampje dat het bouwproces frustreert is dan gelukkig ook een bruikbaar voorbeeld in een pleidooi voor standaardisatie. De ervaringen maken mij vooral nieuwsgierig naar de wijze waarop we de bouwopgave de komende jaren gaan realiseren, met meer samenwerking, minder faalkosten en duurzamer! 

Meer lezen en kijken?

Lees meer over Sequent in de Rijnconsult Business Review klik hier 

Meer over de dissertatie lezen? klik hier  

Een mooie timelapse van CLT huizenbouw terugkijken? klik hier 

Geïnteresseerd in houtbouw? Kijk bijvoorbeeld de reportage “Houtbouwers” van de VPRO eens terug: klik hier  

Specialisten

Afbeelding
Jordi de Vreede
Jordi de Vreede