Gemeentelijke samenwerking in de praktijk
Samenwerkings beslommeringen blijven de agenda’s van ambtenaren en bestuurders in veel kleine en middelgrote gemeenten bepalen. Die gemeenten worstelen vaak met de verschillende vormen en lagen van de relatie met de buren. In sommige gemeenten interesseert het weinig mensen, maar raadsvergaderingen over dit onderwerp trekken meestal volle tribunes. De kwestie ‘met wie en hoe’ overschaduwt vaak zaken die grotere prioriteit zouden moeten of kunnen hebben.
Wgr
Samenwerking in gemeenten is gebaseerd op de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Het fenomeen ‘gemeenschappelijke regeling’ roept vaak weerstand op in de vorm van geklaag. Raadsleden klagen geen grip te hebben op Wgr zaken, bestuurders klagen over consequent te late informatie en de bestuurlijke en politieke risico’s die daarbij horen en de ambtelijk directeur klaagt over het gebrek aan begrip voor de ingewikkelde organisatie die hij moet managen. Het is ook allemaal niet eenvoudig.
Waarbij even tussendoor de kanttekening past dat het geklaag althans in mijn ervaring ook wel eens ligt aan gemeentelijke organisaties die een cultuur kennen om zaken eerder moeilijker dan makkelijker te definiëren en de zaken eenvoudiger maken niet goed voor je status is. Terwijl dingen makkelijk maken moeilijker is dan dingen moeilijk maken. Dat is juist makkelijk.
Terug naar gemeentelijke samenwerking en de Wgr. Om de werking van de Wgr in ieder geval wel overzichtelijker en dus makkelijker te maken schreef Rijnconsult associé en jurist (en historicus) Maarten Hageman het boek Samenwerken met de Wet gemeenschappelijke regelingen in de Wolters Kluwer serie Staats- en bestuursrecht Praktijk. Hageman heeft de wir war aan samenwerkingsverbindingen, ook wel bestuurlijke spaghetti genoemd, kaders gegeven. De ondertitel geeft helder aan wat je vooral kunt verwachten: Een praktische handleiding voor gemeenten. Theorieën en discussies over de Wgr komen slechts terloops aan de orde.
Twee velden
Toch is die ondertitel te bescheiden. Hageman gaat een aantal malen verder dan alleen een praktische handleiding. In het hoofdstuk over de bestuurlijke verankering komt bijvoorbeeld het begrip two level game aan bod. Het college van burgemeester en wethouders speelt vaak op twee velden. Er is een regionaal speelveld met andere gemeenten, met waterschappen, met de provincie en vooral de Wgr gebaseerde samenwerkingsorganisaties waar regionale vraagstukken spelen en waarin de bestuurder manoeuvreert. Daarnaast opereert de bestuurder in de eigen politieke en ambtelijke arena waar de democratische controle aan de orde is. Dat is niet altijd makkelijk.
Bespiegelingen
Over dit dilemma en een paar andere is naar aanleiding van het boek Samenwerken met de Wet gemeenschappelijke regelingen in Civis Mundi Tijdschrift voor sociale filosofie en cultuur 162 van september 2025 een beschouwing gepubliceerd waarin ik in ga op aspecten van gemeentelijke samenwerking in de praktijk en het boek bespreek: https://www.civismundi.nl/index.php?p=artikel&aid=8701
Samenwerken met de Wet gemeenschappelijke regelingen. Een praktische handleiding voor gemeenten; dr. mr. M.J.M. (Maarten) Hageman, Deventer. Wolters Kluwer, 2025
Auteur