De Eerste lijn als basis in het samenwerkingsverband

Er gebeurt veel in de wereld van de eerstelijns zorg. Samenwerkingen worden opgezocht in de eerste lijn en richting de tweedelijnszorg. De rol van de huisarts is nog steeds die van poortwachter. Deze regierol is in de praktijk vaak omslachtig en complex. Tegelijkertijd worden vanuit verzekeraars steeds hogere verwachtingen aan de eerste lijn gesteld. De samenwerking tussen eerstelijnsorganisaties en tweedelijnsorganisaties kan daarmee niet meer uitblijven. Maar hoe geef je als organisaties deze samenwerking vorm? En wat zijn de uitdagingen waar je als organisatie tegenaan loopt?

In de kinderschoenen

Waar de traditionele huisarts zich tot voor kort alleen met “soortgenoten” organiseerde zie je inmiddels, aangemoedigd door de zorgverzekeraars, voorzichtig meer samenwerking tussen verschillende zorgdisciplines. Zo ontstaat ‘pakketzorg’, denk bijvoorbeeld aan diabetesbegeleiding waar een patiënt én door een huisarts én door een diëtist én door een fysiotherapeut begeleid wordt. We zien dit ook bij COPD-patiënten en sinds kort bij de stroom van (ex)corona patiënten die revalidatie nodig hebben. Ook wordt er steeds meer geld beschikbaar gesteld voor professionalisering van de samenwerking, denk aan het ontstaan van de functie van zorgregisseur, IT-ontwikkelingen of andere (sociale) innovaties. Mooie ontwikkelingen, maar met een vaak vrij traditionele organisatievorm is het een hele uitdaging ineens op meerdere vlakken de samenwerking op te zoeken. Dit vergt lef, vertrouwen en soms een beetje botte doorzettingskracht.

4 ontwikkelrichtingen

Er zijn 4 ontwikkelrichtingen te zien waarin de eerstelijnszorg kan bewegen. Deze zijn niet allemaal tegelijk of in een specifieke volgorde maar gefaseerd, passend bij de omgeving van de organisatie en diens idealen.

  • Richting 1: Regionaal organiseren

De eerste ontwikkelrichting is die richting de regio. Hierin zie je bijvoorbeeld dat huisartsen zich gaan bundelen en de samenwerking opzoeken. Logisch vanwege de zorgvraag, maar ook met oog op het werkgeverschap van een nieuwe generatie huisartsen (bijv. parttimers). Uitdagingen waar je in dit scenario als organisatie tegenaan loopt zijn; de grootte van de regio, de demografische samenstelling van de regio, met welke verzekeraars werken we samen en hoe is de samenwerking met het ziekenhuis/de ziekenhuizen?

  • Richting 2: Meerdere Eerstelijns disciplines

Deze ontwikkelrichting is meer in de richting van de zorgverzekeraars. Vaak worden vanuit de zorgverzekeraars pakketten (lees: geld) beschikbaar gesteld, waarbij de focus ligt op bepaalde (meervoudige) aandoeningen. Denk aan COPD, Diabetes of tegenwoordig Covid. Om aanspraak op de pakketten te kunnen doen is een verdergaande samenwerking met andere (eerstelijns) disciplines nodig. Vaak gaat dit ook gepaard met vereiste bureaucratische veranderingen, voor omgang met patiëntgegevens en administratieve lasten, en dus ook investeringen. Voorbeelden van uitdagingen waar je in dit scenario tegen aan kunt lopen als organisatie hebben te maken van de keuze van de samenwerkingspartner, de kosten-baten analyse en het beleggen van de regie.

  • Richting 3: Maatschappelijk veld (wijkmanagement)

De derde ontwikkelrichting is die in het maatschappelijk veld. Hieronder verstaan we de samenwerkingen met de langdurige zorginstellingen, thuiszorg, buurtinitiatieven, sociale wijkteams, gemeenten e.d. Het gaat hier meer over de breedte van de zorg, waarin de thuiszorg een stevig positie heeft bij patiënten en dus, als de lijnen kort zijn, een preventieve rol kunnen spelen. Maar ook andere spelers kunnen preventief acteren, denk hierbij aan schuldhulpverlening en maatschappelijke ondersteuning. De complexiteit in het maatschappelijk veld zit voornamelijk in de grote variatie van spelers, de verschillende wettelijke taken die ze hebben (primaire en contractuele) en op welk organisatieniveau je de verbindingen het beste kunt leggen.

  • Richting 4: Sterker in de Keten (richting tweedelijnszorg)

De zorgketen overstijgt de eerste lijn, maar de verbinding tussen de eerste en tweede lijn wordt de laatste jaren wel steeds meer gelegd en versterkt. Sterker in de keten betekent een nauwere samenwerking tussen de eerste lijn en bijvoorbeeld de ziekenhuizen en vice versa.  Een mooi voorbeeld hier van zijn de 1.5 lijns-consulten. Dit zijn consulten die plaatsvinden door een huisarts met een specialist, waarmee onnodige doorverwijzingen te voorkomen zijn en vroegtijdig de juiste oplossing kan worden gevonden. Andere voorbeelden zien we in goede samenwerking tussen huisarts, ziekenhuis en fysiotherapie of voedingsdeskundige, waarbij de regie bij de huisarts ligt. Uitdagingen die je hier als organisatie tegenkomt zijn bijvoorbeeld; de schaalgrootte van het collectief, de rollen en zwaarte van het bestuur, de samenwerking met ziekenhuizen en de inkomstenstructuur.

Uitdagingen bij samenwerkingsverbanden

Als je als organisatie hebt gekozen voor de ontwikkelrichting die het beste bij je organisatie en diens identiteit past, dan is de eerste stap gezet. De eerste uitdagingen die dan opdoemen liggen op de vlakken van sturing, beeldvorming en regie.

Stafsturing

Veel ontwikkelrichtingen zijn haalbaar door het vormgeven van goede eerstelijns samenwerkingsverbanden. Als deelnemende organisatie vraagt dit, naast het vormgeven van het primaire zorgproces vaak een nieuwe, (vooral) administratieve organisatie. Deze moet ondersteunend zijn aan het primaire proces. Dit betekent dat kaders en doelstellingen helder zijn en breed worden gedragen. Als dit niet het geval is ligt stafsturing op de loer. De ondersteunende organisatie gaat een eigen invulling geven aan hun rollen, taken en bevoegdheden en zal hiermee het primair proces, met alle beste bedoelingen, gaan belasten.

Beeldvorming

Verschillende organisaties met verschillende ontstaansgeschiedenissen en culturen en, verschillende ideeën over de bedoeling. Het op een lijn krijgen van de beeldvorming, niet alleen ten aanzien van de doelstelling, maar ook over de weg ernaartoe is cruciaal voor de samenwerkende organisaties en de verdere ontwikkeling. Belangrijk is hierbij de dialoog te faciliteren tussen en in de verschillende organisaties om uiteindelijk tot een gedeeld, gedragen beeld en een goede positionering te komen.

Regie

De regierol in samenwerkingsverbanden leunt vaak richting één organisatie of initiatiefnemer. Door de rol van poortwachter die de huisarts heeft in eerstelijns samenwerkingsverbanden zal de regierol in dat geval als van nature vaak meer bij de huisarts liggen. Bij samenwerkingsverbanden richting de tweedelijns zal dit, ingegeven door de financiering, meer bij de medisch specialist liggen.

 

Samenwerken als wenkend perspectief

Samenwerken maakt deel uit van ons zorglandschap, nu en in de toekomst. De Coronacrisis heeft hier mooie voorbeelden en verbeterpunten laten zien. Zo konden we opeens de ic-capaciteit landelijk regisseren en werkten huisartsen samen om patiënten snel te kunnen prikken.

De vraag die voorligt voor de zorginstellingen (eerste en tweede lijn) is niet of, maar hoe de samenwerkingsrichting voor de organisatie te bepalen en vorm te geven.


Meer weten?

Hulp nodig met samenwerkingsvraagstukken in de(eerstelijns)zorg? Rijnconsult ondersteunt bij Strategievorming, Organisatie inrichting en implementatie vraagstukken.

Auteur

Afbeelding
Rogier Kelderman
Rogier Kelderman